Functionalisme

Moderne Beweging

Het Nieuwe Bouwen, Bauhaus, Internationale Stijl, Nieuwe Zakelijkheid en Functionalisme: al deze kunststijlen vallen onder de Moderne Beweging (1917-1940). Deze internationale beweging manifesteerde zich in zowel de Verenigde Staten als in verschillende Europese landen.  Functionalisme is de term die vertegenwoordigt waar modernisten tijdens het interbellum in de bouw- en meubelkunst naar streefden: een functioneel, esthetisch verantwoord en betaalbaar product.

Architectuur

In de architectuur is het functionalisme vertegenwoordigd door architecten als Frank Lloyd Wright, Ludwig Mies van der Rohe, Le Corbusier, Oscar Niemeyer, Gerrit Rietveld, Jan Duiker, Walter Gropius, Alvar Aalto en Louis Henry Sullivan. Laatstgenoemde heeft met zijn uitspraak “Form ever follows function” het functionalisme in vier woorden samengevat. Vorm komt voort uit functie. Schoonheid was voor de functionalisten geen doel op zich. Hierdoor ontstond een zakelijke, rechtlijnige architectuur. Mede dankzij de ontwikkeling van nieuwe bouwtechnieken en -materialen kon efficiënt en goedkoop worden gebouwd. Kenmerkend voor de architectuur binnen het Functionalisme waren onder andere: glas, staal, gewapend beton, platte daken, geen versieringen, metalen leuningen en overstekende horizontale vlakken.

Meubelkunst

De functionalistische ideeën vertaalden zich ook naar de meubelkunst. Door gebruik te maken van machines en industriële materialen konden eenvoudige, functionele en esthetisch verantwoorde producten worden gemaakt. Het schoolvoorbeeld van het Functionalisme in de interieurkunst is de ‘zwevende’ of achterpootloze verchroomde buisstoel. De stoel is sterk, licht van gewicht en goedkoop te produceren. Met name Mart Stam en Marcel Breuer hebben een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de buisstoel. Breuer was de eerste ontwerper die een armstoel met metalen bruisframe ontwierp, namelijk de ‘Wassily’ stoel (1925). Ook Le Corbusier ontwierp stalen buismeubelen volgens de filosofie van het Functionalisme. Zijn ‘Grand Comfort’ fauteuil (1928) is hier een voorbeeld van. Daarnaast was ook Thonet een belangrijke vertegenwoordiger in de productie van buismeubelen. Niet alleen in zitmeubilair werd veel gebruik gemaakt van staal, maar ook in tafels en andere meubelstukken.

De Stijl

In Nederland werd het Functionalisme tussen 1917 en 1940 met name vertegenwoordigd door de Stijlbeweging en meubelfabrikant Gispen. De Stijlgroep was een Nederlandse kunstbeweging tussen 1917-1931 rondom tijdschrift ‘De Stijl’, opgericht door Theo van Doesburg. De leden streefden naar een zuiver ontwerp middels eenvoud, abstractie en primair kleurgebruik. Bekende leden waren: Piet Mondriaan, J.J.P. Oud en Gerrit Rietveld. De ‘Rood-blauwe stoel’ (1918) van Rietveld is een verwezenlijking van de idealen van de functionalisten. De vorm van de stoel, die uit latten bestaat vloeit voort uit enkel de meest noodzakelijke onderdelen.

Gispen

W. H. Gispen (1890-1981) was een Nederlandse industrieel ontwerper. Gispen raakte geïnspireerd door de ideeën van de Nieuwe Zakelijkheid door zijn contacten met architect J.J.P. Oud. Die zorgde ervoor dat de Giso-lampen van Gispen internationaal bekend werden door ze toe te passen in door hem ontworpen woningen. De Gispenfabriek in Rotterdam (later Culemborg) begon in 1927 met de productie van stalen buismeubelen. Gispen groeide uit tot een pionier op het gebied van industrieel ontwerp en meubeldesign. Tot op de dag van vandaag worden Gispen lampen verkocht bij Art Deco Webwinkel.

Bronnen:

Hofstede, A. (1997). Meubelkunst (3e druk). Utrecht: Ons Huis/Taurus bv.